LIJN
Een lijn is een lijn...toch?
Dat zou je wel zeggen, maar er is meer! Bijna iedereen die een wit vel papier voor z'n neus krijgt waar een tekening op moet komen, pakt een potlood en begint met het zetten van lijnen. Éen van de meest persoonlijke beeldaspecten is 'lijn', ook wel het handschrift van de kunstenaar genoemd. Je hebt heel veel verschillende manieren om lijnen te gebruiken. Wat is het effect?
De belangrijkste begrippen die bij 'lijn' horen staan hieronder voor je op een rijtje, misschien ken je er al een paar of kan je je er iets bij voorstellen:
-
lijnsoort
-
lijndikte
-
lijnvoering
-
arcering
-
contourlijn
-
lijnwerking
-
lineair
De begrippen worden op deze pagina allemaal uitgelegd.
"Tekeningen en andere kunstvoorwerpen hebben een betekenis.
We moeten de taal van de kunstenaar intuïtief begrijpen.
Elke lijn is een bewering, een uitspraak...
een manier van communiceren tussen degene die de lijn zet en de toeschouwer.
We kunnen een lijn lezen en zo kunnen we ook een tekening lezen."
-Betty Edwards-
LIJNSOORT
Een lijn kan op verschillende manieren getekend zijn:
-
Rechte lijn
-
Golvende lijn
-
Kronkelende/grillige lijn
-
Doorgetrokken lijn
-
Onderbroken lijn
-
Dunne/zachte lijn
-
Dikke / harde lijn
-
Zig zag lijn
De manier waarop je een lijn tekent of gebruikt kan dus bepalen wat je ermee wil zeggen of uitdrukken.
Kijk maar eens naar de voorbeelden in de afbeeldingen.
Harde, gekraste lijnen: boosheid of wanhoop
Onderbroken, voorzichtige lijn: kwetsbaarheid
Doorgetrokken lijnen/lijnen over elkaar heen: beweging
LIJNDIKTE
Lijndikte kan variëren van heel dun tot heel dik.
De lijndikte kan effect hebben op het gevoel in een tekening. Dikke, doorlopende lijnen maken een krachtige indruk, terwijl dunne, onderbroken lijnen gevoelig lijken.
LIJNVOERING
Lijnvoering zegt iets over de druk die je gebruikt bij het tekenen van de lijnen en lijkt op het begrip lijndikte:
- voorzichtig, zoekend en onzeker
- duidelijk en stevig
- saai en eentonig
- met allerlei overgangen van dun naar dik en weer terug
ARCEREN
Om een tekening plastisch (ruimtelijk/realistisch) te maken gebruik je de tekentechniek: arceren. Misschien heb je het weleens gedaan.
Door allemaal streepjes naast elkaar en/of over elkaar te tekenen in een bepaalde richting en in bepaalde gebieden kun je bijvoorbeeld schaduw weergeven.
Arceren is dus het tekenen van een combinatie van lijnen die zo verschillende dieptes, effecten en uitdrukkingen weergeven. Door het aanbrengen van rechte, evenwijdige en soms gekruiste lijnen worden lichte en donkere oppervlakken gecreëerd. Hoe dichter de strepen op elkaar staan, hoe donkerder het oogt.
Je kunt met arceren een indruk geven van:
-
tint of toon
-
licht en schaduw
-
(licht) richting
-
stofuitdrukking
-
diverse combinaties hiervan
1.
2.
3.
4.
Afbeelding 2 (hierboven) is een tekening in lijnen naar de foto van afbeelding 1. Behalve op de plaatsen waar je op de tekening duidelijk contouren kunt zien (haar, mond, onderkant neus, ogen etc.), zijn ook lijnen gezet op plaatsen waar je geen duidelijke begrenzingen van vormen ziet. Die lijnen geven aan waar verschillende vlakken ongeveer in elkaar overgaan; bijvoorbeeld het voorhoofd en de slapen, de bovenkant en zijkant van de neus.
In afbeelding 3 is door middel van arceren alleen de toon aangegeven. De lijnen lopen maar in twee richtingen. Hoe dichter de lijnen op elkaar staan, hoe donkerder de plek lijkt. Het donkerst zijn de plaatsen waar de lijnen dicht op elkaar staan én elkaar kruisen. Deze vormen van arceren noemen we parallelarcering en kruisarcering.
In afbeelding 4 zijn de richtingen en vormen van arcering aangepast aan de oppervlakte die ze weergeven. Hier is 'vrij' gearceerd: bij de neus, de mond, de slapen en de hals is duidelijk te zien hoe de lijnen als het ware meelopen met de vorm. Sommige van die lijntjes duiden ook meteen rimpels aan. De lijntjes in de muts geven ook het wollige ervan weer. (de textuur). Voor de stoppelbaard zijn hele korte streepjes gebruikt, voor de wenkbrauwen en het haar 'harige' streepjes. Waarvoor je de arcering ook gebruikt, steeds dient hij ook voor het aangeven van de toon. Steeds geldt: hoe meer streepjes, hoe donkerder de toon.
POINTILLEREN
Een andere vorm van arceren is pointilleren. Dan creëer je bijvoorbeeld schaduwvlakken door alleen maar stipjes naast elkaar te plaatsen. Hoe dichter je de stipjes op elkaar zet, hoe donkerder het vlak wordt.
Er is echter ook een schildertechniek die Pointillisme heet. Het pointillisme is een schildertechniek die vooral aan het eind van de negentiende eeuw werd beoefend. De techniek wordt getypeerd door het gebruik van stippen die ongemengd op het doek worden geplaatst. Het doel was vooral het licht te accentueren op basis van een analyse van de kleuren.
CONTOURLIJN
De omtreklijn of de buitenste lijn van een vorm of voorwerp. De contour benadrukt de vorm.
LIJNWERKING
Het effect van een lijn / de lijnen.
-
Er kan diepte (perspectief) worden gesuggereerd.
-
Er kan beweging worden gesuggereerd.
-
Horizontale en verticale lijnen werken statisch en stabiel.
-
Schuine en diagonale lijnen zorgen voor onrust, dynamiek en beweging.
-
Met zware lijnen kun je iets laten opvallen of accentueren.
-
Er kan een gevoel uit stralen.
LINEAIR
Als het geheel is opgebouwd uit lijnen.
Dit kan 2D zijn maar ook net zo goed 3D!
TEXTUUR
Elk object heeft een oppervlak wat je kunt voelen met je handen. Wat je voelt als je dat oppervlak aanraakt, noem je de textuur van een object. En dat kan je ook tekenen door lijnen op een bepaalde manier te gebruiken.
Dus hoe teken je bijvoorbeeld iets wat plakt of zacht is of iets ruws?